Vier melkgeiten en een geitenlam staan er op dit moment bij Lambregts in het hok. ‘Ik heb pas twee lammeren verkocht. Ik kies altijd één lam uit waar ik weer mee verder ga.’
Kort door de bocht bestaat zijn geitenkoppel uit een producent (de negenjarige Aagje), een fokgeit (Floor) en een keuringstopper (Noortje).
Dan is er nog een éénjarige (Moor) waar Lambregts niet helemaal zeker van is. ‘Ze heeft dan wel 88 punten gekregen voor het Algemeen Voorkomen, maar het mochten van mij wel drie punten minder zijn. Deze geit moet nog maar bewijzen of ze die punten waard is. Wanneer ik op dit moment nog één kwijt moest, zou ik haar wegdoen. Ze mist naar mijn idee lengte in de laatste rib.’

Meer melk
Lambregts begon zijn lijn in 1986 met Katja en werd lid van geitenfokvereniging ‘Nut en Vermaak’. Rinus Thielen, die toen voorzitter was, fungeerde in de beginjaren voor Lambregts als vraagbaak en gaf op die manier sturing aan Lambregts geitenhouderij.
Lambregts lette als fokker vooral op het exterieur van zijn geiten en het was Piet van Haperen die hem erop wees dat zijn geiten meer melk mochten vertonen. ‘Vanaf dat moment ben ik veel meer op het melktype gaan letten.

De oudere geiten, Aagje en Floor, zijn geiten die afstammen van een Hircus-bok. Aagje is een geit met een enorme middenhand en een ruim uier. Op keuringen werd ze op dit laatste onderdeel nogal eens gestraft. Lambregts: ‘Dat gebeurt me wel vaak: Eerst werden mijn dieren lager geplaatst omdat ze te weinig melk vertoonden, nu doordat ze juist een te ruim uier hebben.’
Aagje, een dochter van Hircus Commandeur, laat het de laatste jaren vooral in haar benen zitten.

Aagjes dochter Floor (vader: Hircus Russel) is op dat punt sterker. Ze is een hoogbenige en gerekte geit, zoals Lambregts zelf het graag ziet. ‘Hier heb je wel een geit aan het touw.’ Volgens Lambregts is Floor zijn beste fokgeit.
Ook dit jaar heeft hij een lam van haar aangehouden. De tweejarige Noortje, een andere dochter van Floor, is met haar 89 punten voor het Algemeen Voorkomen de beste geit die Lambregts ooit heeft gefokt. Deze dochter van Tsjeppenbûrster Fijf is een complete geit met een fraai zijaanzicht.

Verbetering zoeken in de buurt
Over het algemeen mogen de geiten van Lambregts wat krachtiger in de benen. Daarnaast kunnen ze meer vooruier hebben en mag de aanhechting van de uier sterker.
Om dit te verbeteren is Lambregts niet van plan om stad en land af te reizen op zoek naar een bok die zijn geiten op die punten kan verbeteren. Hij zoekt het liever wat meer in de buurt. ‘Ik ken geitenhouders die overal komen, maar ik heb daar de tijd niet voor. Ik rijd niet voor een bok naar Friesland. Waarom zou ik eigenlijk? Van Haperen heeft misschien wel de beste bokken van het land, dus ik hoef niet zo nodig wat anders.’

Lekker hun gang gaan
Het feit dat zijn dieren goed melk geven zit ‘m volgens Lambregts ook in de rust die er in zijn stal is. De geiten worden op tijd gemolken. Ze hebben altijd schoon water en volop hooi. Rond het melken krijgen ze tarwe, pulpbrok en productiebrok Cehave 295 en daarna worden ze met rust gelaten. ‘Ik loop er niet continue tussendoor. Ze kunnen overdag lekker hun gang gaan en ik merk dat het dan goed gaat.’
Alleen rond de keuringen zijn de dieren een dag of drie van slag. ‘Het zijn topatletes. Ze moeten een heel jaar lang produceren en op een keuringsdag sla je een melkbeurt over. Dat komt er dan wel even op aan.’